Startpunten voor de ondernemer
17 januari 2024Steeds minder zelfstandigenaftrek
Sinds dit jaar wordt de zelfstandigenaftrek jaarlijks met € 1.280 afgebouwd tot en met 2025. Daardoor bedraagt deze aftrek in 2024 € 3.750 (in 2023: € 5.030). In 2026 bedraagt de afbouw € 1.270, zodat de zelfstandigenaftrek in 2027 nog € 900 bedraagt. Je komt in beginsel voor deze aftrek in aanmerking als je:
- jonger bent dan de AOW-gerechtigde leeftijd én
- tenminste 1.225 uren én
- 50% van je totale arbeidstijd aan werkzaamheden voor jouw onderneming besteedt.
Heb je aan het begin van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en voldoe je aan het urencriterium, dan heb je recht op 50% van de aftrek.
Tip
Zorg dat je regelmatig een urenspecificatie van de werkzaamheden voor jouw onderneming bijhoudt, zodat je eenvoudig aannemelijk kunt maken dat je aan het urencriterium voldoet.
MKB-winstvrijstelling verlaagd
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost van je winst. Je krijgt deze aftrekpost als je een of meerdere ondernemingen hebt. De aftrekpost is een percentage over de behaalde jaarwinst van deze onderneming(en). Dit percentage is verlaagd van 14% naar 13,31%. De mkb-winstvrijstelling maakt geen onderdeel uit van de ondernemersaftrek. Je hoeft niet te voldoen aan het urencriterium dat bijvoorbeeld wel voor de zelfstandigenaftrek geldt. Je past de mkb-winstvrijstelling toe op de winst na aftrek van de ondernemersaftrek.
Let op
Heeft jouw onderneming verlies geleden? Dan verlaagt de mkb-winstvrijstelling het verrekenbaar verlies.
Minder afschrijven op gebouwen in eigen gebruik
De afschrijving op een pand in eigen gebruik is beperkt. Je kunt op dit pand nog maar afschrijven tot de WOZ-waarde. Vorig jaar kon je in de inkomstenbelasting over een dergelijk bedrijfspand nog afschrijven tot op 50% van de WOZ-waarde van het pand. De nieuwe afschrijvingsmethode is dezelfde als geldt voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen.
Tip
Heb je een pand in eigen gebruik al vóór 2024 tot jouw ondernemingsvermogen of resultaatvermogen gerekend én daarover vóór 2024 nog geen 3 volledige boekjaren afgeschreven? Dan mag je in de resterende jaren van die 3 boekjaren nog volgens de oude regels afschrijven op dat pand.
Meer aftrek speur- en ontwikkelingswerk
Innovatieve investeringen worden gestimuleerd met de regeling speur- en ontwikkelingswerk (S&O-werk). Via deze regeling kan je een deel van de S&O-kosten terugkrijgen. Daartoe is het bedrag van de maximale S&O-aftrek verhoogd van € 14.202 (in 2023) naar € 15.551. Je komt voor de S&O-aftrek in aanmerking als je aan het urencriterium (in beginsel minimaal 1.225 uren besteed aan je onderneming) hebt voldaan en ten minste 500 uur hebt besteed aan speur- en ontwikkelingswerk, waarvoor de RVO een S&O-verklaring heeft afgegeven.
Ben je een startende ondernemer? Dan wordt het bedrag van de S&O-aftrek verhoogd met € 7.781 (in 2023: € 7.106). Je kwalificeert als startende ondernemer als je in 1 of meer van de 5 voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was én voor maximaal 2 van de 5 voorafgaande kalenderjaren een S&O-verklaring hebt gekregen.
Minder EIA-aftrek
Je kunt energie-investeringsaftrek (EIA) krijgen voor bepaalde energiebesparende investeringen in bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan, die voorkomen op de Energielijst 2024. De EIA is verlaagd van 45,5% naar 40%. Het budget is structureel verhoogd met € 25 miljoen en de looptijd van de EIA is verlengd tot 2029. Deze verlenging geldt ook voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor milieuvriendelijke investeringen die op de Milieulijst 2024 staan.
Tip
Je kunt ook gebruikmaken van het verhoogde borgstellingskrediet in het Borgstellingskrediet MKB-Groen (BMKB-Groen) voor EIA-investeringen. Het borgstellingskrediet bedraagt 75% van het kredietbedrag. Daardoor kan je gemakkelijker en sneller een lening krijgen voor energiebesparende investeringen.
Opgave uitbetaalde bedragen aan derden
Ben je ondernemer en heb je geen personeel (je hebt dus geen loonheffingennummer) en heb je een uitnodiging van de Belastingdienst ontvangen om gegevens van uitbetaalde bedragen aan derden over 2023 te verstrekken? Dan ben je verplicht deze gegevens (zonder BSN!) aan te leveren. Heb je geen uitnodiging daartoe gehad, dan mág je de gegevens over uitbetaalde bedragen aan derden aanleveren. Het betreft de volgende gegevens:
- het bedrag dat je hebt uitbetaald;
- de datum waarop je het bedrag hebt uitbetaald;
- naam, adres en geboortedatum van de persoon aan wie je het bedrag hebt uitbetaald.
Het gaat vooral om betalingen die doorgaans tot het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden behoren. Uitgezonderd zijn met name betalingen aan werknemers, artiesten, beroepssporters, vrijwilligers en personen die een btw-factuur hebben uitgereikt. Gegevens over personen die factureren zonder btw uitreiken of geen facturen uitreiken, moet je dus wel aanleveren.
De gegevens over 2023 lever je digitaal aan bij de Belastingdienst uiterlijk 31 januari 2024. Je hebt daartoe twee mogelijkheden: via het gegevensportaal of via Digipoort. Wil je de gegevens aanleveren via Digipoort, dan heb je een PKIoverheid services certificaat nodig. Als je dat (nog) niet hebt, kun je dit certificaat aanvragen bij Logius.
FOR afstorten of niet?
Vanaf 2023 kun je geen pensioen meer opbouwen in de fiscale oudedagsreserve (FOR). Maar heb je de afgelopen jaren een FOR opgebouwd? Dan zul je hierover op enig moment met de Belastingdienst moeten afrekenen. Het uiterste moment daarvoor is bij staking van je onderneming. Dan zul je de reserve moeten bijtellen bij de winst. En dan is het volle bedrag van de opgebouwde reserve belast met inkomstenbelasting. Gelukkig kan je voor het bedrag van de opgebouwde oudedagsreserve een aftrekbare (bancaire) lijfrente bedingen, zodat je bij staking per saldo geen inkomstenbelasting verschuldigd bent. Het bedrag waarmee de FOR afneemt is immers wel belast, maar daar staat tegenover dat de premie voor de lijfrente aftrekbaar is. Je moet dan natuurlijk wel voldoende liquide middelen hebben om het bedrag van de oudedagsreserve te kunnen afstorten. Heb je tijdens de opbouw van de reserve telkens geld opzijgezet om een lijfrente te bedingen? In dat geval kun je (een deel van) de reserve met aftrek in 2023 nog tot 1 juli 2024 afstorten op een lijfrente.
Denk aan de btw-deadlines bij onroerende zaken
Heb je bij de koop of verkoop van een onroerende zaak ervoor gekozen om btw-belast te leveren? In dat geval moet de koper binnen vier weken na afloop van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin het pand aan hem/haar is geleverd, een schriftelijke verklaring uitreiken aan de verkoper en de Belastingdienst. Daaruit moet blijken dat de koper het pand in beide jaren ook feitelijk voor 90% (soms 70%) of meer voor belaste prestaties heeft gebruikt. Bij een belaste levering in 2022 moet dat dus uiterlijk gebeuren vóór 29 januari 2024.
Belaste verhuur
Bij belaste verhuur van een onroerende zaak moet de huurder die niet meer aan het 90%- (soms 70%-)criterium voldoet, dit melden bij de verhuurder en bij de Belastingdienst binnen vier weken na afloop van het jaar.
Bedrijfsopvolgingsregelingen: verhuurd vastgoed is beleggingsvermogen
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om je onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen aan de volgende generatie. In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). De BOR en de DSR ab moeten ervoor zorgen dat bij een bedrijfsopvolging de continuïteit van je bedrijf of bv niet in gevaar komt. Beide regelingen wijzigen de komende jaren. Eén maatregel is dit jaar al ingegaan: aan derden verhuurd vastgoed is wettelijk aangemerkt als beleggingsvermogen. Hierop kunnen de BOR en de DSR ab dus niet (meer) worden toegepast. Deze regelingen gelden namelijk alleen voor ondernemingsvermogen.
Toch geen wettelijke regeling opfokken paarden
Het beleid voor het opfokken van paarden die niet bestemd zijn voor gebruik in de landbouw, zoals ren- en hobbypaarden zou vanaf 2024 worden vastgelegd in een wettelijke regeling. Hetzelfde geldt ten aanzien van het beleid voor toepassing van het verlaagde tarief voor het opkweken van groenten en planten. Maar dit voornemen gaat toch niet door. Dit hangt samen met de verhoging van het btw-tarief van 9% naar 21% op bepaalde agrarische goederen en diensten vanaf 2025. Dit gaat gelden voor peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, zoals pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol, zowel ruw en ongewassen.
Aftrekbeperking horeca
Voor horecabestedingen bestaat een beperking van de aftrek van btw. Maar tot vorig jaar bestond er een goedkeuring, waardoor je als ondernemer de btw op ingekochte restaurant- en cateringdiensten toch in vooraftrek mocht brengen. Deze goedkeuring is omgezet in een wettelijke regeling. Net als aan de goedkeuring zijn er de voorwaarden aan verbonden dat je de verstrekkingen niet afneemt als eindverbruiker én je op jouw beurt de spijzen en dranken tegen vergoeding verstrekt aan een ander en daarvoor btw in rekening brengt.
Tijdig gegevens verkopers op je digitale platform aanleveren
Exploiteer je een digitaal platform in Nederland of faciliteer je Nederlandse gebruikers? Dan moet je jaarlijks informatie opvragen, verifiëren en vastleggen over verkopers of verhuurders die via jouw platform inkomsten verwerven. Vervolgens moet je deze informatie aanleveren bij de Belastingdienst. Dit volgt uit EU-regelgeving (DAC7). De gerapporteerde gegevens kunnen worden gebruikt voor zowel de inkomstenbelasting als de btw. Plaatst je platform uitsluitend advertenties of verwijst het gebruikers alleen door naar een platform of verwerkt je platform alleen betalingen? Dan geldt de verplichting niet. Voor 2023 geldt de rapportageplicht uitsluitend voor verkopers/verhuurders die dat jaar voor het eerst inkomsten verwierven via jouw platform. Uiterlijk 31 januari 2024 moet je de verzamelde gegevens over 2023 aanleveren bij de Belastingdienst. Niet voldoen aan deze verplichting leidt tot hoge boetes.
Let op
Vanaf 2024 ben je verplicht te rapporteren over de (transactie)gegevens van alle verkopers. Ook zul je doorlopend moeten controleren op relevante wijzigingen in omstandigheden.
Heb je hulp nodig of wil je sparren met ons als jouw lokale kenner? Geen probleem! We helpen je graag. Neem contact met ons op om een afspraak te maken via info@simonse-geus.nl.