Actiepunten voor de ondernemer voor 2024
06 december 2023Benut hogere mkb-winstvrijstelling
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost van je winst. Je krijgt deze aftrekpost als je een of meerdere ondernemingen hebt. De aftrekpost is een percentage over de behaalde jaarwinst van deze onderneming(en). Nu bedraagt dit percentage nog 14%, maar volgend jaar gaat dit percentage omlaag naar 13,31%.
De mkb-winstvrijstelling maakt geen onderdeel uit van de ondernemersaftrek. Je hoeft niet te voldoen aan het urencriterium dat bijvoorbeeld wel voor de zelfstandigenaftrek geldt. Je past de mkb-winstvrijstelling toe op de winst na aftrek van de ondernemersaftrek.
Let op
Heeft jouw onderneming verlies geleden? Dan verlaagt de mkb-winstvrijstelling het verrekenbaar verlies.
Spreiden investeringen voor meer KIA
Het is ook zinvol om voor het optimaal benutten van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) te bekijken of je bepaalde investeringen nog in 2023 moet doen of dat je die beter kunt doorschuiven naar 2024. Het spreiden van investeringen kan je meer KIA opleveren. Investeer je in 2023 tussen € 2.601 en € 63.716, dan krijg je hierover 28% KIA. Je kunt voor een totale investering tussen € 63.717 en € 117.991 een vast bedrag claimen van € 17.841. Voor investeringen van in totaal tussen € 117.991 en € 353.973 neemt dit vaste bedrag geleidelijk af. Boven een investeringsbedrag van € 353.973 krijg je geen KIA meer. Spreiden van de investeringen over twee jaren is dan dus vaak voordeliger.
Afschrijven op gebouwen in eigen gebruik
Je mag als ondernemer in de inkomstenbelasting nu over het bedrijfspand dat je in eigen gebruik hebt, afschrijven tot op 50% van de WOZ-waarde van het pand. Vanaf 2024 wordt de afschrijving op een pand in eigen gebruik beperkt. Dan kun je op dit pand nog maar afschrijven tot de WOZ-waarde. Is de boekwaarde van het pand al lager dan de WOZ-waarde? Dan heb je geen bijtelling, maar je kunt niet verder afschrijven. Dit is dezelfde afschrijvingsmethode die nu al geldt voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen.
Benut overgangsrecht
Heb je een pand in eigen gebruik al vóór 2024 tot jouw ondernemingsvermogen of resultaatvermogen gerekend én daarover vóór 2024 nog geen 3 volledige boekjaren afgeschreven? Dan mag je in de resterende jaren van die 3 boekjaren nog volgens de huidige regels afschrijven over dat pand.
Benut hoge EIA in 2023
Je kunt energie-investeringsaftrek (EIA) krijgen voor bepaalde energiebesparende investeringen in bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan, die voorkomen op de Energielijst. De EIA bedraagt nu 45,5%, maar wordt vanaf 2024 structureel verlaagd naar 40%. Het maximale investeringsbedrag zou ook omlaag gaan, maar dat is niet doorgegaan omdat het budget structureel is verhoogd met € 25 miljoen. De looptijd van de EIA is verlengd tot 2029. Deze verlenging geldt ook voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor milieuvriendelijke investeringen.
BMKB-groen
Sinds dit jaar kan je ook gebruikmaken van het verhoogde borgstellingskrediet in het Borgstellingskrediet MKB-Groen (BMKB-Groen) voor investeringen die voorkomen op de lijst van de Energie-investeringsaftrek (EIA). Het borgstellingskrediet is verhoogd van 50% naar 75% van het kredietbedrag. Daardoor kan je gemakkelijker en sneller een lening krijgen voor energiebesparende investeringen.
Herinvesteren of nog niet?
Heb je in het verleden een herinvesteringsreserve gevormd van de winst bij verkoop van een bedrijfsmiddel? Controleer dan of dit jaar het laatste jaar is, waarin je de reserve moet gebruiken. Dat moet immers binnen drie jaar na het jaar waarin je de herinvesteringsreserve hebt gevormd. Is dat het geval, zorg er dan voor dat je dit jaar nog investeert en voorkom dat je de reserve aan de belastbare winst moet toevoegen.
HIR ook bij gedeeltelijke staking door overheidsingrijpen
Het toepassingsbereik van de HIR wordt vanaf 2024 verruimd naar situaties waarin slechts een deel van een onderneming wordt gestaakt door overheidsingrijpen. Dit moet de toegankelijkheid van de HIR vergroten voor met name agrariërs die stoppen.
Actiepunt
Til in dit geval de gedeeltelijke staking over de jaarovergang heen en benut de verruimde HIR.
Einde extra afschrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen
Eind 2023 komt er een einde aan de mogelijkheid om extra af te schrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen. Concreet houdt dit in dat je alleen op investeringen die je in 2023 doet in nieuwe bedrijfsmiddelen, direct al tot maximaal 50% over de aankoopprijs minus restwaarde mag afschrijven ten laste van de winst. Over het restant moet je regulier afschrijven. Meer afschrijven in 2023 betekent minder belastbare winst, dus minder inkomstenbelasting betalen. Daarmee behaal je dus een liquiditeitsvoordeel. Ook als je zelf een bedrijfsmiddel voortbrengt, mag je versneld afschrijven over de voortbrengingskosten die je in 2023 maakt. Bepaalde bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van deze regeling, zoals gebouwen, schepen, vliegtuigen en bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor de verhuur aan derden. Ook zijn uitgesloten bedrijfsmiddelen waarop via een andere regeling – zoals de Vamil – al vervroegd wordt afgeschreven. Bedrijfsmiddelen die wel kwalificeren moet je uiterlijk vóór 1 januari 2026 in gebruik hebben genomen.
Deze extra afschrijvingsmogelijkheid geldt ook als jouw mkb-onderneming onder de vennootschapsbelasting valt.
Actiepunt
Heb je nog een investeringsvoornemen? Zorg er dan voor dat je nog dit jaar investeert en maak optimaal gebruik van deze extra afschrijvingskans.
Desinvesteren of juist niet?
Heb je bedrijfsmiddelen waarvoor je investeringsaftrek hebt gehad, voorkom dan een desinvesteringsbijtelling. Daarmee krijg je te maken als je deze bedrijfsmiddelen verkoopt binnen vijf jaar na het begin van het jaar, waarin je de aftrek hebt geclaimd. Ook als je binnen die termijn een handeling verricht die met verkoop gelijk te stellen is - je brengt bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel over naar jouw privévermogen – krijg je hiermee te maken.
Actiepunt
Check altijd eerst de investeringsdatum, voordat je tot desinvesteren overgaat. Wellicht moet je dat pas in 2024 doen.
Voorkom dat oude verliezen niet meer verrekenbaar zijn
Heb je in het verleden verliezen geleden, dan kun je die in de inkomstenbelasting verrekenen met winsten van de voorafgaande 3 jaar of met de winsten van de 9 volgende jaren. Dit betekent dat verliezen uit 2014 na 31 december 2023 niet meer verrekenbaar zijn. Door tijdig actie te ondernemen, kun je (een deel van) de verliezen misschien toch nog verrekenen. Dat kan bijvoorbeeld door omzet naar voren te halen, stille reserves in bedrijfsmiddelen te realiseren of uitgaven uit te stellen. Jouw adviseur kan voor je onderzoeken welke mogelijkheden je nog hebt.
Invorderingsrente verder omhoog
Als je een aanslag niet op tijd betaalt, moet je invorderingsrente betalen. Deze rente bedraagt nu 3%, maar gaat op 1 januari 2024 weer verder omhoog naar het oude niveau van 4% van voor de coronacrisis. Los je momenteel op grond van de betalingsregeling af op je coronabelastingschulden? Dan kan je invorderingsrente besparen door sneller af te lossen, dan waartoe je op grond van de betalingsregeling verplicht bent. Maak je gebruik van een van de versoepelingen bij de betalingsregeling, bijvoorbeeld de langere aflossingstermijn of de eenmalige betaalpauze van maximaal zes maanden, wees je er dan van bewust dat je dan meer invorderingsrente zult moeten betalen.
Verhuurd vastgoed wordt beleggingsvermogen
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om je onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen naar de volgende generatie. In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). De BOR en de DSR ab moeten ervoor zorgen dat bij een bedrijfsopvolging de continuïteit van je bedrijf of bv niet in gevaar komt. Beide regelingen wijzigen de komende jaren. Eén maatregel gaat volgend jaar al in. Dan wordt namelijk aan derden verhuurd vastgoed wettelijk aangemerkt als beleggingsvermogen. Dit geldt niet voor kortdurende verhuur, zoals bijvoorbeeld restaurants, hotelkamers en sportaccommodaties. De maatregel geldt wel voor de verhuur van woningen en kamers voor bewoning. Is het verhuurde vastgoed beleggingsvermogen? Dan kunnen de BOR en de DSR ab dus niet (meer) worden toegepast. Deze regelingen gelden namelijk alleen voor ondernemingsvermogen.
Nieuwe registratieplicht aanbieder betalingsdiensten
De informatie-uitwisseling tussen betalingsaanbieders en belastingdiensten binnen de EU wordt vanaf 1 januari 2024 verder uitgebreid. Bied je online betalingsdiensten aan? Dan betekent dit dat je de betalingsgegevens van grensoverschrijdende betalingen door een koper aan een verkoper in een andere lidstaat of buiten de EU in voldoende nauwkeurige registers moet bijhouden. Het gaat dus om grensoverschrijdende betalingen, waarbij de betaler zich steeds in de EU bevindt.
Om privé (niet-commerciële) betalingen buiten de registratieplicht te houden, geldt deze plicht vanaf een drempel van 25 betalingen aan dezelfde begunstigde per kwartaal. Hierbij wordt geen onderscheidt gemaakt tussen de betalingen die zijn ontvangen van consumenten of van ondernemers. Je moet deze registers in elektronische vorm 3 kalenderjaren opslaan. Vervolgens moet je de betaalinformatie elk kwartaal verstrekken aan de Belastingdienst. De gegevens worden verzameld in een centrale database met de naam CESOP. De belastingdiensten van de EU-lidstaten hebben toegang tot deze database, zodat zij de data op btw-fraude kunnen analyseren. Het aantal gerichte controles, ook vanuit het buitenland, zal daardoor toenemen.
Bereid je voor
Als betalingsdienstaanbieder ontkwam je nog aan de DAC7-registratieplicht, maar aan deze nieuwe registratieplicht vanaf 1 januari 2024 ontkom je niet. Je zult elektronische registers moeten aanmaken om de betaalgegevens vast te leggen. Ook zul je moeten bepalen welke overige aanpassingen aan je bedrijfsprocessen, administratie en facturatie nodig zijn om aan deze nieuwe verplichting te voldoen.
Pas tijdig modelovereenkomst met vrije vervanging aan
Eind maart 2023 besliste de Hoge Raad dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo niet als zelfstandige ondernemers maar op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam waren voor hun opdrachtgever. De Hoge Raad woog bij de beoordeling van de arbeidsrelatie de volgende drie elementen af:
- De verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren;
- De aan- of afwezigheid van werkgeversgezag?
- De verplichting loon te betalen.
Deze elementen zijn ook verwerkt in de modelovereenkomsten die de Belastingdienst hanteert bij het bepalen of je als opdrachtnemer zelfstandig ondernemer bent of werkt op basis van een arbeidsovereenkomst met jouw opdrachtgever. Gebruik je een modelovereenkomst en werk je conform de afspraken in deze overeenkomst? Dan mag je ervan uitgaan dat je als zelfstandige werkzaam bent voor jouw opdrachtgever.
De Belastingdienst heeft echter uit de uitspraak van de Hoge Raad geconcludeerd dat er bij vrije vervanging toch sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst. Daarom is besloten op per 1 januari 2024 de goedkeuring van de modelovereenkomsten waarin vrije vervanging is opgenomen, deels in te trekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de ‘Algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag en vrije vervanging (FNV Zelfstandigen) - 9052124269-3’. Deze modelovereenkomst is deels gebaseerd op vrije vervanging. Volgens de Belastingdienst vervalt dat deel van de goedkeuring met ingang van 1 januari 2024. De goedkeuring voor het werken buiten loondienst op basis van 'geen werkgeversgezag' blijft gelden. Wordt er dus gewerkt zonder werkgeversgezag, dan is werken buiten loondienst nog steeds mogelijk. Is dat niet het geval? Dan moet je dus de afspraken vóór 1 januari 2024 aanpassen.
Actiepunt
Vaak zijn managementovereenkomsten gebaseerd op deze modelovereenkomst met als doel de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen te voorkomen. Deze overeenkomsten moeten dus mogelijk worden aangepast. Laat je adviseur tijdig controleren of jij je overeenkomst moet aanpassen.
Meer transparantie over inkomsten via digitale platformen
Exploitanten van een digitaal platform die in Nederland gevestigd zijn of Nederlandse gebruikers faciliteren, moeten sinds 1 januari 2023 verplicht jaarlijks informatie verzamelen en aanleveren bij de Belastingdienst over verkopers of verhuurders die via dit platform inkomsten verwerven. Dit volgt uit nieuwe EU-regelgeving (DAC7). Heb je een dergelijk digitaal platform? In dat geval ben je begin 2024 voor het eerst rapportageplichtig over het kalenderjaar 2023. Doel hiervan is het vergroten van de fiscale transparantie in de digitale economie. De gerapporteerde gegevens kunnen worden gebruikt voor zowel de inkomstenbelasting als de btw.
Welke platformen precies?
De rapportageverplichting geldt voor jou als je jouw digitale platform ter beschikking stelt aan verkopers om commerciële activiteiten te verrichten. Het begrip commerciële activiteiten is ruim geformuleerd en omvat de verhuur van onroerende goederen, persoonlijke diensten, de verkoop van goederen, de verhuur van vervoermiddelen en beleggingsdiensten. Niet alle activiteiten op een platform vallen binnen de reikwijdte van DAC7. Je platform valt in principe niet onder de rapportageverplichting als je platform uitsluitend advertenties plaatst, gebruikers doorverwijst naar een platform of betalingen verwerkt.
Gegevens verzamelen en verifiëren
Valt jouw digitale platform binnen de reikwijdte van DAC7? Dan moet je veel informatie van de verkopers op jouw platform opvragen, verifiëren en vastleggen. Dit jaar betreft die informatie alleen de (transactie)gegevens van nieuwe verkopers. Vanaf 2024 ben je verplicht te rapporteren over de (transactie)gegevens van alle verkopers. Ook zul je doorlopend moeten controleren op relevante wijzigingen in omstandigheden. Dit heeft een flinke impact op je organisatie. Zo moet je uitzoeken bij welke verkopers/verhuurders je gegevens moet opvragen en welke procedures en controles je in je organisatie moet invoeren om aan deze nieuwe verplichting te voldoen.
Actiepunt
Als jouw organisatie onder de rapportageverplichting valt, zorg er dan voor dat je tijdig begint met het in kaart brengen van de verkopers en verhuurders die sinds dit jaar via jouw platform inkomsten verwerven. Vraag tijdig bij hen de benodigde informatie op, zodat je uiterlijk op 31 januari 2024 aan je rapportageverplichting kunt voldoen. Niet voldoen aan deze verplichting leidt tot hoge boetes.
Vaker verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken
Laat je alcoholvrije dranken (zoals frisdrank, sappen en alcoholvrij bier) direct vanuit andere EU-lidstaten leveren aan jouw Nederlandse afnemers? Dan ga je vanaf 2024 verbruiksbelasting betalen. Daartoe is het begrip belastingplichtige uitgebreid naar ‘enige andere persoon die is betrokken bij het voorhanden hebben van alcoholvrije dranken’. Op grond van de huidige regelgeving betaal je alleen verbruiksbelasting bij leveranties, waarbij je de alcoholvrije dranken fysiek voorhanden hebt. Door de uitbreiding van de kring van belastingplichtigen worden ook de enorm toegenomen online verkopen, waarbij vanuit een andere EU-lidstaat direct geleverd wordt aan Nederlandse afnemers, in de heffing van verbruiksbelasting betrokken.
Tariefsverhoging
Het tarief van de verbruiksbelasting voor alcoholvrije dranken gaat ook per 1 januari 2024 fors omhoog van € 8,83 naar € 26,13 per 100 liter. Deze tariefverhoging gaat mogelijk niet gelden voor dranken zonder toegevoegde suikers. Daarover wordt begin volgend jaar beslist. De verbruiksbelasting op mineraalwater wordt volgend jaar afgeschaft. Het laagste tarief in de bieraccijns (voor de lichte bieren) wordt met ingang van 2024 met hetzelfde bedrag verhoogd als de alcoholvrije dranken.
Actiepunt
Zorg ervoor dat je administratie op deze wijzigingen is aangepast.