Prinsjesdagplannen voor alle belastingbetalers
24 september 2024Invoering derde tariefschijf
De tariefschijven in de inkomstenbelasting worden vanaf 2025 uitgebreid. Daarbij wordt de eerste schijf gesplitst in een laag tarief van 35,82% en een verhoging van het bestaande tarief van 36,97% naar 37,48%. Dit tarief geldt ook voor de aftrekposten. Daarnaast wordt de schijfgrens naar de hoogste schijf in de inkomstenbelasting (49,5%) verhoogd van € 75.518 naar € 76.817 in 2025.
Herinvoering overdraagbare algemene heffingskorting voor specifieke groep
Sinds 2009 werd de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de partner zonder inkomen geleidelijk in 15 jaar met 6,67% per jaar afgebouwd tot nul. Sinds 2023 wordt deze korting niet meer uitbetaald aan de partner, tenzij deze is geboren vóór 1963.
Toch vindt het kabinet dat er vanaf 2028 weer een overdraagbare algemene heffingskorting moet komen voor alleenverdienende huishoudens met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die een lager besteedbaar inkomen hebben dan een paar in de bijstand.
Voor de periode 2025 tot en met 2027 komt er een tijdelijke regeling in de Participatiewet om de betreffende huishoudens tegemoet te komen. Deze tijdelijke regeling zal door de gemeenten worden uitgevoerd.
Verbeteringen aftrek specifieke zorgkosten
Je kunt specifieke zorgkosten onder voorwaarden in aftrek brengen. Deze aftrek wordt op de volgende punten verbeterd. De aftrek voor de vervoerskosten voor het verkrijgen van medische hulp en (farmaceutische) hulpmiddelen (zogenaamde zorgkilometers) wordt vanaf 2025 forfaitair vastgesteld op € 0,23 per kilometer. Hierbij geldt de voorwaarde dat er gereisd wordt met de auto, niet zijnde een taxi. Als je met de auto reist, hoef je dus niet meer de werkelijke autokosten op jaarbasis te berekenen. De aftrek wordt vanaf 2025 op dezelfde wijze bepaald als de aftrek van reiskosten voor ziekenbezoek.
Ook het aftrekbare bedrag voor zogenoemde ‘leefkilometers’ wijzigt. Dit zijn extra vervoerskosten die je moet maken, omdat je door een ziekte of beperking (of die van jouw kind) meer kosten hebt dan anderen die die beperking of ziekte niet hebben. Deze vergelijkingsmaatstaf wordt in 2025 vervangen door een aftrek van een vast bedrag van € 925 per jaar. Je moet wel kunnen aantonen dat je niet in staat bent om meer dan 100 meter zelfstandig te lopen. Je hoeft het bedrag niet tijdsgelang te herrekenen als je niet het hele jaar aan deze voorwaarde voldoet.
Hoge OVB-tarief verlaagd voor woningen
Na jaren van verhogingen stelt het kabinet voor om vanaf 1 januari 2026 het algemene tarief van de overdrachtsbelasting (OVB) voor woningen te verlagen van 10,4% naar 8%. Het verlaagde OVB-tarief voor woningen (2%) die als hoofdverblijf dienen en de startersvrijstelling wijzigen niet.
Uitzondering OVB bij sleutelovereenkomst
Een sleutelovereenkomst is een overeenkomst waarbij een koper van een woning bepaalde toestemming(en) (de sleutel) krijgt van een verkoper van een woning vooruitlopend op de juridische eigendomsverkrijging van de woning. Deze overeenkomst kan, afhankelijk van de aard en inhoud van die overeenkomst, leiden tot een verkrijging van de economische eigendom van de woning die belast is voor de overdrachtsbelasting (OVB). Het kabinet vindt het onwenselijk dat mensen in deze situatie geconfronteerd kunnen worden met de administratieve en financiële gevolgen van een economische eigendomsverkrijging. Het aanmerken van de verkrijging van de economische eigendom van een woning als een verkrijging voor de overdrachtsbelasting is ingegeven vanuit de mogelijkheid om belastingconstructies te bestrijden. Bij de sleutelovereenkomst doet dit zich zelden voor. Daarom wordt voorgesteld dat het sluiten van een sleutelovereenkomst die door aard en inhoud daarvan leidt tot een verkrijging van de economische eigendom van een woning door een natuurlijk persoon die de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken wordt uitgesloten als verkrijging van economische eigendom van die woning, als:
- de juridische eigendom van de woning (door middel van de levering) binnen 6 maanden na het daadwerkelijk ingaan van de sleutelovereenkomst van die woning wordt verkregen;
- op de verkrijging van de juridische eigendom van die woning het 2%-tarief of de startersvrijstelling van toepassing is.
Andere verkrijgingen van economische eigendom
Er zijn ook situaties bekend van een verkrijging van de economische eigendom van een woning zonder dat er sprake is van een sleutelovereenkomst, waarin de verkrijging belast is tegen het algemene tarief (nu nog 10,4%). Het gaat bijvoorbeeld om situaties waarbij vooruitlopend op de juridische eigendomsverkrijging van een woning eerst de economische eigendom wordt verkregen door een koper die de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken. Dit betekent dat bij de verkrijging van de economische eigendom vooruitlopend op de juridische eigendomsverkrijging meer OVB wordt geheven dan in de situatie waarin de verkrijger gelijktijdig de juridische en economische eigendom van de woning zou verkrijgen. Dit vindt het kabinet ook ongewenst. Daarom wordt ook in deze situaties de verkrijging van de economische eigendom niet langer uitgesloten van het verlaagde tarief (2%) of de startersvrijstelling als aan alle overige voorwaarden voor toepassing van het verlaagd tarief of de startersvrijstelling wordt voldaan.
Geen verlaging box-3-tarief - wel nieuwe vrijstelling
Het box-3-tarief zou mogelijk worden verminderd. Maar daar blijkt niets van in de belastingplannen voor 2025. Het tarief blijft dus voorlopig 36%.
Wel wordt er een nieuwe vrijstelling ingevoerd voor gedupeerde mensen in het aardbevingsgebied (Groningen en Drenthe) die aanspraak kunnen maken op bepaalde herstel- en versterkings-maatregelen door de overheid. Zij hoeven deze vermogensrechten niet op te geven in box 3.
Toch geen versobering giftenaftrek
In het Hoofdlijnenakkoord kondigde het kabinet een versobering aan van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. Bij de augustusbesluitvorming is daarvan afgezien. Dit betekent dat het onderscheid tussen periodieke giften en overige giften toch blijft bestaan. Voor de eerstgenoemde giften geldt geen drempel als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Voor de gewone giften is er wel een drempel en pas als je met jouw giften over deze drempel heen komt, heb je recht op giftenaftrek.
Wijzigingen elektrisch rijden
Het kabinet wil het elektrische rijden blijven ondersteunen, maar niet met subsidies. Aan het eind van het jaar stopt de subsidiëring van de aanschaf van nieuwe of gebruikte elektrische auto’s. Wel blijft de tariefkorting in de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije personenauto’s behouden tot en met 2029. De nieuwe korting bedraagt in die periode 25% en werkt door in de provinciale opcenten.
Aanpassingen bpm
De korting wordt gedekt uit de afschaffing van de speciale bpm-tabel voor plug-in hybride personenauto’s vanaf 2025. Op deze auto’s wordt dan de reguliere bpm-tabel van toepassing.
Einde salderingsregeling zonnepaneelhouders
De salderingsregeling voor zonnepaneelhouders wordt alsnog afgeschaft. Het kabinet stelt voor om dit per 2027 in één keer door te voeren. Het vorige kabinet wilde de regeling stapsgewijs afbouwen, maar daar stak de Eerste Kamer een stokje voor. Het (nieuwe) kabinet doet nu een nieuwe poging om de afschaffing van de salderingsregeling voor elkaar te krijgen zonder een overgangsperiode in acht te nemen. De huidige salderingsregeling blijft dus tot 2027 bestaan. Dat wil zeggen dat je de opgewekte stroom die je aan het stroomnet teruggeeft, tot 2027 nog volledig kunt aftrekken van jouw eigen stroomverbruik.
Kansspelbelasting fors omhoog
De kansspelbelasting gaat stapsgewijs omhoog van 30,5% naar 37,8%. Per 1 januari 2025 gaat het tarief naar 34,2% en daarna per 1 januari 2026 naar 37,8%.
Verlaging energiebelasting
De in de Voorjaarsnota aangekondigde verhogingen van de derde, vierde en vijfde schijf van de energiebelasting (meer dan 170.000 m3 aardgas per jaar) draait het kabinet terug. De verhogingen hielden in 22,4% vanaf 2025 en 2,7% extra vanaf 2030.
Daarnaast wordt voorgesteld om het tarief in de eerste en tweede schijf van de energiebelasting op aardgas in 2025 te verlagen met 2,82 cent per m3 oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030. De verlaging levert je bij een gemiddeld gebruik van 1.050 m3 aardgas per jaar een voordeel op van ongeveer € 29 in 2025 oplopend naar ongeveer € 50 in 2030. Het voordeel komt ook terecht bij bedrijven die aardgas gebruiken.
Verdere verlenging verlaagde accijns op brandstof
Op 1 april 2023 is de accijns op brandstof omlaag gegaan met 21%. Hierdoor daalde het accijnstarief op benzine met 17,3 eurocent per liter en dat van diesel met 11,1 eurocent per liter. Dit kwam neer op een verlaging van € 9,42 per tank benzine en € 6,04 per tank diesel (uitgaande van ca. 55 liter). Ook de accijns op LPG (waaronder vloeibare propaan en butaan) en LNG werd met 4,4 eurocent per liter verlaagd. Deze accijnsverlagingen golden tot 1 juli 2023, waarna ze werden gehalveerd. Op 1 januari 2024 is deze gehalveerde accijnsverlaging op brandstof een jaar verlengd. De reguliere indexatie (verhoging) is toen niet doorgevoerd. Het kabinet stelt voor om deze gehalveerde accijnsverlaging op brandstof opnieuw met een jaar te verlengen en dus de indexatie ook per 1 januari 2025 achterwege te laten.